De huurmarkt staat onder druk
De huurmarkt zit in een perfecte storm: de vraag is sterk gestegen, maar het aanbod volgt niet. De instroom van nieuwe panden vertraagt, terwijl de uitval van oudere huurwoningen versnelt. In 2023 zou je nog een groot deel van de huurprijsstijging van 6,4% aan een vertraagd inflatie-effect kunnen toewijden. Maar onderliggend zien vastgoedkantoren de problemen toenemen
We voelen het ook, het aantal kandidaten per huurpand is stevig toegenomen. Door de gestegen rente kunnen mensen moeilijker kopen en richten ze zich dus tot de huurmarkt. Zeker als de huurprijs lager ligt dan 850 euro per maand is de concurrentie moordend.
Er zijn ook minder investeerders, die huurpanden kopen, om verschillende redenen:
- Gestegen rentevoeten
- Inperking van BTW tarief voor sloop/heropbouw
- Afschaffing van het federaal langetermijnsparen
- Verhoging van registratierechten naar 12%
- Maatregelen rond huurindexatie
Het onevenwicht tussen vraag en aanbod vertaalt zich in hogere huurprijzen, bovenop het inflatie-aspect.
Enkele cijfers, die werden verzameld door de Beroepsfederatie van Immobiliënberoepen.
- Gemiddelde huurprijs bedroeg vorig jaar €868 per maand
- Op twee jaar tijd zijn de huurprijzen in Vlaanderen met 11,3% gestegen
- Mediaan huurprijs bereikt €800. Ook hier stevige stijging met 6,7% tegenover 2022 en met 10,3% over 2 jaar
- Vlaams-Brabant blijft met stip duurste provincie om te huren en overschrijdt kaap van €1.000. Huren kost er gemiddeld een kwart meer dan in West-Vlaanderen, de goedkoopste provincie.
- Leuven stoot Antwerpen van de troon als duurste centrumstad
De overheid moet dringend aandacht besteden aan het stimuleren van vastgoedinvesteringen, om bijkomend aanbod te creëren. De BTW op sloop/heropbouw herbekijken, is prioritair. Op die manier stimuleer je nieuwbouw voor de huurmarkt.
